Acht jaar geleden besloot de gemeenteraad van Groningen een speciale band aan te gaan met Jabalya, een grote bevolkingskern in het noorden van de Gazastrook. Jabalya bestaat uit een vluchtelingenkamp (meer dan 100.000 mensen) en aanpalende stad (zo’n 50.000 inwoners) en beslaat niet veel meer dan drie vierkante kilometers. Daarmee is het een van de dichtst bevolkte gebieden in het toch al overbevolkte Gaza.
Groningen besloot Jabalya te helpen met het jeugdbeleid. De bevolking in Gaza is jong: meer dan de helft van de bevolking is onder de achttien. Er werd 300.000 euro beschikbaar gesteld voor de bouw van een jeugdcentrum. Ambtenaren uit Jabalya, verantwoordelijk voor het jeugdbeleid, gingen op cursus in Groningen.
Enkele maanden nadat het mooie Groningse jeugdcentrum werd opgeleverd (april 2005) trok Israël zich terug uit Gaza. De 8000 joodse kolonisten, die 25% van Gaza bezet hielden en 40% van de vruchtbare grond, pakten hun biezen. Huizen en boerderijen werden voor vertrek vernietigd.
Ondertussen ging de kolonisering van de Westelijke Jordaanoever in versneld tempo verder en werd er koortsachtig gebouwd aan de scheidingsmuur tussen Israël en Palestijns gebied. Met het vertrek van de Israëli’s uit Gaza kwam de droom van een onafhankelijke Palestijnse staat in Gaza en de Jordaanoever, inclusief Jeruzalem, niet dichterbij. Israël bleef Gaza controleren vanuit de lucht en vanaf zee en de grens tussen Gaza en Israël bleef gecontroleerd door het Israëlische leger.
In januari 2006 won Hamas de Palestijnse parlementsverkiezingen. Het waren eerlijke, democratische verkiezingen maar Israël en de meeste westerse landen hadden geen zin de uitslag te respecteren. De blokkade van Gaza werd aangescherpt, buitenlandse hulp werd stopgezet. Voor de vrienden van Jabalya in Groningen werd het praktisch onmogelijk naar het gebied te reizen en verdere fondsenwerving voor het jongerencentrum was niet langer aan de orde.
Op dit moment tracht het Israëlische leger de militaire macht van Hamas in Gaza te breken. Dat gaat gepaard met buitenproportioneel geweld waar veel burgers het slachtoffer worden. Jabalya ligt nu al voor de derde week in de frontlinie. Van de 850 doden en 3650 gewonden is naar schatting zo’n 20% in Jabalya gevallen. Eenderde van alle slachtoffers zijn kinderen. De psychologische gevolgen van de intense gevechten en bombardementen zullen waarschijnlijk nog na jaren gevoeld worden en de materiele schade is enorm.
Een van de ernstigste incidenten in Jabalya was de beschieting op 6 januari van een VN-school waar honderden Palestijnen hun toevlucht hadden gezocht. De Verenigde Naties hadden Israël precies ingelicht over deze “veilige plaats”. Desondanks werd de school beschoten en kwamen 43 mensen om het leven en werden minstens honderd gewond. VN-woordvoerders ontkenden de Israëlische lezing dat vanuit de school op hen geschoten zou zijn door Hamas-militanten.
Zaterdag 10 januari kwam een hele familie van 8 personen om het leven in Jabalya toen een Israëlische bom hun huis vernietigde. En op 11 januari maakte de mensenrechtorganisatie Human Rights Watch melding van het gebruik van fosforbommen in Jabalya. De fosforwapens die afgrijselijke brandwonden veroorzaken mogen, volgens internationaal recht, niet ingezet worden tegen burgers.
In deze omstandigheden moet en kan Groningen Jabalya niet in de steek laten. Als deze oorlog afgelopen is zal zeker bekeken worden, samen met internationale mensenrechtenorganisaties, of de schuldigen niet gedaagd kunnen worden voor het plegen van oorlogsmisdaden. In de tussentijd zou de gemeente Groningen, samen met burgerorganisaties, kunnen overwegen een aantal jonge oorlogsslachtoffertjes uit Jabalya te adopteren voor medische en/of psychologische hulp en behandeling.
Jan Keulen
Voorzitter Stichting Groningen-Jabalya