Steeds minder hulp voor vluchtelingenkamp Jabalya
Een rapportage door Uthman Hanin*
Inleiding en vertaling: Marco in ’t Veldt
De UNWRA geeft noodhulp aan Palestijnse vluchtelingen in de Gazastrook. Veel vluchtelingen zijn volkomen afhankelijk van de organisatie. De UNRWA zou liever structurele hulp bieden zodat het land kan worden opgebouwd en de situatie zou verbeteren. Helaas verslechteren de omstandigheden alleen maar. De blokkade maakt iedere opbouw namelijk onmogelijk. Israel laat nauwelijks iets door. Daarom pleit de UNRWA er al sinds 2007 voor dat de blokkade wordt opgeheven. De UNRWA bestaat bij gratie van financiering door donorlanden. Nu die donorlanden het financieel moeilijk hebben door crisis, krijgt ook UNWRA veel minder geld binnen. Gevolg: bezuinigingen die ten koste gaan van de allerzwaksten. De organisatie bespaart op de eigen faciliteiten maar ook op medische ondersteuning aan de vluchtelingen, schoolboeken en hulp aan gehandicapten. Zelfs de voedselhulp zou kunnen verdwijnen. Wat dit in de praktijk voor gevolgen heeft, leest u hieronder in het verslag van Uthman Hanin uit Jabalya
Vluchtelingenkamp Jabalya. Kinderen spelen in een smal stoffig steegje. De kleine huizen leunen tegen elkaar en laten nauwelijks ruimte voor doorgang. Het zijn huizen gevuld met de problemen van het leven. Achter alle muren vindt men leed. De veertigjarige Umm Ibrahim is moeder van vijf dochters en een zoon. Zij is weduwe sinds haar man tien jaar geleden stierf. De opvoeding en opleiding van haar kinderen zijn haar levensdoel. Haar dochters hebben recht op onderwijs, vindt ze. Bittere armoede en ontberingen dwongen haar echter om haar dochter van school te halen, omdat ze de leermiddelen niet meer kan betalen. Umm Ibrahim klaagt over de economische omstandigheden. Die maken het leven voor haar en haar zes kinderen elke dag zwaarder: “De situatie in het vluchtelingenkamp is uiterst moeilijk, en het gaat er niet gemakkelijker op worden. Iedere dag is een worsteling. Om kinderen naar school te laten gaan, moet je als ouder steeds meer zelf betalen een aanschaffen, terwijl de hulp van UNRWA afneemt en schaars wordt.”
Jabalya ligt in het noordoosten van de Gazastrook. Het is het grootste vluchtelingenkamp in Gaza. Het is dichtbevolkt met duizenden mensen in kleine huizen. UNWRA heeft er veel scholen. Umm Ibrahim: “UNRWA hielp mijn kinderen met de schoolbehoeften, zoals schijfpapier, schriften, en de organisatie distribueerde voedsel. Ze waren echt een helpende hand, uitgestrekt naar arme mensen zoals ik en anderen in het kamp. Maar nu is de steun aan leermiddelen minimaal geworden en dreigt helemaal te stoppen. Haar zoon onderbreekt haar en geeft een voorbeeld: “We moeten nu zelfs het papier betalen waarop onze examenvragen worden gedrukt. Aan de andere kant stopt de financiële steun. Ook krijgen we geen gratis schooltassen meer, zoals vroeger. Het niveau van de school loopt steeds verder terug. Wie kan zich nu concentreren met wel vijftig leerlingen in één klas?”
De vijftigjarige Naäma Kaferna sluit zich daarbij aan. Zij woont ook in het kamp en is een weduwe met zes dochters. Ze is ontevreden nu het steeds zwaarder wordt om de schoolspullen te bekostigen. De kinderen moeten een schooluniform hebben, zakgeld en nu moeten ze dus ook het drukken van de examenvragen zelf betalen. Kafarna: “UNRWA hielp de studenten vroeger meer dan tegenwoordig. Vroeger ontvingen ouders iedere drie of vier maand 100 NIS (Nieuwe Israëlische Shekel) voor iedere leerling, als steun voor het grootbrengen van de kinderen.” Kafarna verwacht dat het de komende tijd in alle opzichten nog erger wordt. Doordat de steun terugloopt verslechtert ook haar sociale positie. Daarnaast loopt de kwaliteit van het hele schoolsysteem terug.
De UNWRA is zelf ook somber over de toekomst. Volgens de hulporganisatie zullen er steeds meer hulpprogramma’s voor de Palestijnse vluchtelingen vervallen door geldgebrek. UNWRA helpt Palestijnse vluchtelingen al sinds haar oprichting op 8 december 1949. Toen namen de Verenigde Naties resolutie 302 aan. Daarin werd de hulp aan Palestijnse vluchtelingen geregeld. Die vluchtelingen zijn te vinden in de Gazastrook, op de Westelijke Jordaanoever, en in Libanon, Syrië en Jordanië.
Abu Saleh (57) is leraar Engels. Hij klaagt: “De klassen in de UNRWA-scholen puilen uit. Het aantal leerlingen is tegenwoordig erg groot en het aantal lokalen is te klein om het groeiende aantal leerlingen op te vangen. Daardoor moet UNRWA de school in een tweeploegendienst laten draaien, met een ochtend- en een avondklas.” Saleh ziet wel manieren om de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren: meer schoolgebouwen, minder leerlingen in de klas, afschaffing van de avondklassen, workshops en bijeenkomsten om de communicatie met ouders te verbeteren, betere gezondheidszorg en – ook niet onbelangrijk – controle op het schoonhouden van de toiletten. Saleh: “De kinderen van de vluchtelingen kunnen nu tot ongeveer hun vijftiende rekenen op gratis basisonderwijs. Maar er zijn in Jabalya slechts veertig scholen met ongeveer 30.000 leerlingen.”
Khalil Al Halabi is Vice-directeur Onderwijs van UNRWA in Jabalya. Hij is de man die de plannen van Abu Saleh zou kunnen uitvoeren. Sterker nog, hij zou het graag willen. Al Halabi onthulde daarom onlangs een plan voor de bouw van honderd scholen in de Gazastrook. Daarmee zou er een einde komen aan de overbevolking van de klaslokalen. En er zou een eind komen aan het systeem van avond- en ochtendklassen. Leerlingen zouden voortaan allemaal ’s morgens naar school moeten gaan. De plannen van Al Halabi lopen echter tegen één groot probleem op: geld. Al Halabi moet zich tevreden stellen met wat zijn organisatie wel doet: “Voor UNRWA zijn alle leerlingen belangrijk en de organisatie verstrekt hen de dagelijkse levensmiddelen. Aan het begin van ieder leerjaar houden we bovendien een gezondheids-onderzoek, een enquête met vragen over de persoonlijke gezondheid en een grondig medisch onderzoek van dertig minuten. We testen bloed, urine, ontlasting, zicht en gehoor.” Al Halabi wijst er op dat UNRWA overal de financiële steun in contanten heeft opgeschort, omdat de organisatie geldproblemen ondervindt door de financiële crisis.
Geldgebrek van de UNRWA heeft er toe geleid dat de hulp aan de Palestijnen overal veel minder is geworden, niet alleen in Gaza maar ook op de andere plekken waar de vluchtelingen wonen. Er is zelfs een kans dat de noodprogramma van de voedseldistributie moet stoppen. Dat zou een ramp betekenen, niet alleen voor alleenstaande moeders met kinderen zoals Umm Ibrahim en Kafarna. In Gaza is de werkeloosheid 70%. Daardoor is een groot aantal gezinnen volledig op de voedselhulp aangewezen. Wat gebeurt er met hen, als de hulp ophoudt?
De UNRWA in Gaza in cijfers
1,167,572 geregistreeerde vluchtelingen
Acht kampen
243 scholen met 218,048 leerlingen
21 gezondheidscentra
*Uthman Hanin is lid van het Doha Centre for Media Freedom Palestine een journalistencollectief. Op ons verzoek schrijven zij een serie artikelen over de situatie in de Gazastrook.
Eerdere artikelen van het Doha Centre
Genade of straf? Het gebied dat leven en dood scheidt…. een bittere werkelijkheid
Eigenaars van verwoeste huizen wachten nog steeds op wederopbouw