stichtingsdelegatie brengt eerste bezoek aan jabalya
Eindelijk kwam het er dan van. Natuurlijk is Dick Smit al vele malen in Jabalya geweest en ook andere gemeenteambtenaren en betrokkenen bij het Jeugdcentrum bezochten deze stad al. Maar voor het particulier initiatief, de Stichting Groningen-Jabalya, was het de eerste keer. Van 11 mei tot 17 mei waren bestuursleden Fennie Stavast, Pieter van Niekerken en Bert Giskes in Gaza. Als enige verbleef Fennie daarna nog twee weken bij familie van vrienden in Beit Hanoun, een buurgemeente van Jabalya. Wij hadden als taak de mogelijkheden voor een verbreding van de contacten tussen Groningen en Jabalya te onderzoeken. We hebben veel profijt gehad van het feit dat Dick Smit gedurende dezelfde periode in het kader van de voortgang van het gemeentelijk project voor het opzetten van een jeugdcentrum ter plekke moest zijn zodat we samen op konden reizen en van zijn ervaring en relaties profiteren. Voor de contacten die we uiteindelijk met onafhankelijke NGO’s gelegd hebben was echter de hulp van Yousef Ahmed, Nederlander van Palestijnse afkomst, onontbeerlijk. Zonder hem hadden we niet in zo korte tijd zo veel en zo’n divers gezelschap maatschappelijke organisaties te spreken kunnen krijgen. Yousef is in een vluchtelingenkamp bij Jabalya opgegroeid en combineerde familiebezoek (voor het eerst sinds jaren) met het begeleiden van ons drieën. Van ons bezoek zal binnenkort een chronologisch feitelijk verslag verschijnen dat voor geïnteresseerden beschikbaar zal zijn. In dit artikel geef ik een aantal hoofdzaken per thema weer.
De reis was al typerend: de Nederlanders Fennie, Dick, Pieter en Bert kregen dankzij de Nederlandse vertegenwoordiging in Ramallah toestemming om comfortabel via Tel Aviv en Erez naar Gaza te gaan, de Nederlander Yousef kreeg die toestemming niet noch maakte de vertegenwoordiging zich daar hard voor en moest met z’n twee kleine kinderen de oncomfortabele (woestijn), lange tocht via Egypte maken. Omdat wij in een periode van relatieve ontspanning reisden hadden we weinig problemen. Niettemin deden de bureaucratische procedures, het machtsbewustzijn van de Israëlische functionarissen en hun pesterijen me denken aan de periode voor de val van de muur toen ik wel eens op doorreis naar West-Berlijn vergelijkbare ervaringen opdeed bij de Oost-Duitse grens- en controleposten. Grote verschil: als je eenmaal in Berlijn was, was je van de Oost-Duitsers af; in Gaza is Israël onzichtbaar allesbepalend aanwezig.
Leven in Jabalya
Zoals de trouwe lezers van ons blad weten is Jabalya administratief verdeeld in het vluchtelingenkamp en de gemeente, officiëel Jabalya-Nazla genaamd. Naar schatting wonen er zo’n 160.000 mensen, waarvan de grootste “helft” in het vluchtelingenkamp. Voor hun basisbehoeften zijn de vluchtelingen vrijwel geheel afhankelijk van de hulp van de UNWRA, de VN-organisatie voor vluchtelingen. Vrees die hulp te verliezen is een van de redenen waarom mensen liever in het kamp blijven wonen in plaats van te verhuizen naar een door de Gemeente nieuw gebouwde woning. Zestig procent van de bevolking van Jabalya is onder de 16 jaar. In het verleden werkten veel inwoners van Jabalya in Israël. Doordat de grens voor de meeste van hen gesloten werd (rond Gaza staat al zo’n afscheiding zoals Israël nu bouwt rond de Westbank) is er een enorme werkeloosheid ontstaan. De regelmatige aanvallen en invallen door het Israëlisch leger (inclusief de radiografisch bestuurde vliegtuigjes die vanuit de lucht spioneren en ingezet worden om mensen te doden – op de dag van ons vertrek was er ook zo’n executie) maken dat de bevolking zich onveilig voelt. De maatschappij en de economie worden hierdoor nog meer ondermijnd. Indicaties van de economische nood zijn o.a. dat mensen hun huizen verlaten en bij familie in gaan wonen, dat scholieren en studenten stoppen met hun studie omdat die niet meer betaald kan worden, dat het verschijnsel kinderarbeid en straatkinderen de kop op steekt. Een van de basisbehoeften waar de Gemeente wel in voorziet is: water. Maar omdat veel mensen te arm zijn om voor het water te betalen mist de Gemeente een belangrijke bron van inkomsten en heeft ze te weinig geld voor andere taken. Het gebrek aan veiligheid is een van de zaken die de Palestijnse Autoriteit (dus Fatah) verweten wordt en een van de redenen waarom veel mensen hun heil zoeken bij Hamas. In Jabalya is weinig “vertier” te vinden. Voor hotels, restaurants, café’s e.d. moet je al gauw naar het naburige Gaza. Voor de jeugd is er helemaal weinig: binnenkort “ons” jeugdcentrum; wij bezochten verder een cultureel centrum (capaciteit enige tientallen) en een sportcentrum annex park dat echter bij de laatste Israëlische aanval in oktober vorig jaar grotendeels verwoest is. Wat jongeren dan wel doen? Vliegeren. En je hebt het strand waar ze op sommige plekken de zee in kunnen. En verder…dat is ons niet duidelijk geworden. Als de scholen uitgaan overspoelen jongeren het straatbeeld, maar daarvoor en daarna zijn ze niet duidelijk aanwezig.
Gemeente en gemeenteraadsverkiezingen
In de meeste gemeenten in de Gazastrook zijn al verkiezingen geweest, maar in de grootste gemeenten (waar Jabalya toe behoort) nog niet. In veel gemeenten heeft Hamas de verkiezingen gewonnen. Daar hebben we verschillende verklaringen voor gehoord, zoals de corruptie en het nepotisme van de Palestijnse Autoriteit en de gemeentebesturen, waar Fatah de dienst uitmaakt(e). Maar we hoorden ook dat Hamas veel aanhang verwerft omdat de organisatie over veel geld kan beschikken dat bijv. gebruikt wordt om jongeren gratis kleding en schoeisel te geven waarvoor ze alleen maar hoeven te bidden. Echter ook de aanvallen van Israël op de leiders en de milities van Hamas kweken veel goodwill bij de bevolking. Kennelijk neemt de vijand (Israël) alleen hen serieus. Vergeten is dat Hamas in het verleden door Israël ondersteund is om El Fatah te ondermijnen. De huidige burgemeester van Jabalya, dhr Samarah, is van Fatah. Over hem hebben we veel positieve verhalen gehoord. Kennelijk heeft hij wel vertrouwen. Maar hij stelt zich – tot verdriet van Fatah – bij de volgende verkiezingen niet herkiesbaar. Nog onzekerder is de uitslag omdat bij deze verkiezingen voor het eerst de inwoners van het vluchtelingenkamp mee mogen stemmen. Tot nog toe vielen zij volledig onder UNWRA. De meeste van onze gesprekspartners schatten in dat de “kampers” in meerderheid pro-Hamas zijn. Tegelijkertijd wordt vermoed dat velen niet zullen gaan stemmen omdat zij bang zijn hun aparte status (en daarmee de steun van UNWRA) te verliezen. Waarschijnlijk kan Fatah alleen winnen als ze bereid zijn om voor de verkiezingen een coalitie te sluiten met kleinere partijen, maar dat vraagt wel een mentale omslag bij Fatah. Voorlopig zijn de verkiezingen uitgesteld en blijft het spannend met wat voor gemeentebestuur Groningen na de verkiezingen te maken krijgt. Mocht Hamas overigens winnen, dan is dat wel een democratische beslissing van de inwoners zelf die gerespecteerd moet worden. Bovendien lijkt Hamas zich heel pragmatisch op te stellen. In Beit Hanoun, waar al wel verkiezingen zijn gehouden en waar Hamas gewonnen heeft, zag Fennie dat een Cultureel centrum met VS-hulp gebouwd werd. US-Aid stelt als voorwaarde voor hulp dat een verklaring ondertekend wordt. Alle in onze ogen bonafide NGO’s weigerden te tekenen, maar de P.A. en de islamitische organisaties tekenden wel. Dat geeft de vreemde situatie dat momenteel alle Palestijnse islamitische NGO’s door US-Aid gesteund worden en de onafhankelijke niet.
Het maatschappelijk middenveld en voorzieningen
Voor de Oslo-akkoorden had je de Israëlische bezetting van de Gazastrook, maar dat wilde niet zeggen dat er geen Palestijnse organisaties waren die opkwamen voor de bevolking. Integendeel, er was een sterk “maatschappelijk middenveld”. Na de akkoorden kwam de PLO uit ballingschap terug en vormde de Palestijnse Autoriteit (P.A.) Er ontstond een nieuwe situatie waarin een modus vivendi gevonden moest worden tussen “het verzet” dat altijd in Palestina gebleven was en “het verzet” dat uit het buitenland geopereerd had en nu de P.A. werd. In de huidige situatie heeft zich dat zo uitgekristalliseerd dat een coalitie van NGO’s samenwerkt om druk uit te oefenen op de P.A. om te komen tot goede wetgeving. Het gaat daarbij o.a om. de arbeidswetgeving, de wetgeving m.b.t. de verkiezingen, verbetering van de positie van vrouwen, enz. Ook in Jabalya zijn veel van die NGO’s actief. Wij zijn op bezoek geweest bij een aantal van hen.
De Palestinian Medical Relief Society (PMRS ) verzorgt een groot aantal medische voorzieningen m.b.t. eerstelijns gezondheidszorg, speciale programma’s voor vrouwen en jeugd, mobiele klinieken voor noodsituaties en fysiotherapie en gehandicaptenzorg. De kliniek in Jabalya is spiksplinternieuw. Voor kinderen en jongeren voor de leeftijd van 0 tot 18 jaar zijn er 2 programma’s. Een voor kinderen tot 5 jaar (vergelijkbaar met onze consultatiebureaus) en een voor kinderen vanaf 5 tot 18 jaar Benadering is niet alleen puur medisch maar ook breder. Het programma behelst ook aandacht voor sport, kunst en muziek. In samenwerking met het Ministerie brengt men gezondheidseducatie op school. Op alle scholen bestaan democratisch gekozen gezondheidscomités. Afgevaardigden van die comités gaan ieder jaar in juli op educatief zomerkamp. Ze leren veel over hygiëne. Na terugkeer geven zij de kennis door aan hun medeleerlingen via maandelijkse bijeenkomsten op school. De PMRS doet ook gezondheidsonderzoek onder kinderen. Voorbeeld: 68% lijdt aan bloedarmoede. Er is een duidelijk verband met armoede aangezien er een verschil bestaat tussen de kinderen uit het kamp en de rest van de gemeente waar bloedarmoede minder voorkomt. Op 7 april j.l. (Internationale gezondheidsdag) is er door de kinderen een demonstratie georganiseerd om de Gemeente te vragen het rioolwater af te voeren. Zonder een goede riolering is er geen toegang tot veilig drinkwater. In het gebouw van het Community Based Rehabilitation Programm (CBRP) is een ruimte voor fysiotherapie. Maar meestal werken de gezondheidswerkers bij de gehandicapte aan huis. Doel is het bestrijden van schaamte en vooroordelen rond gehandicapte kinderen door te stimuleren dat deze kinderen zoveel mogelijk participeren in hun omgeving. Men heeft door middel van buurt-onderzoek huis-aan-huis zoveel mogelijk gehandicapte kinderen opgespoord. Prioriteit hebben de kinderen die de schoolgaande leeftijd hebben. Mogelijk maken dat zij naar school gaan is een goede manier van integratie. De ouders worden zoveel mogelijk actief betrokken bij de therapie. De fysiotherapeuten, logopedisten enz. bezoeken de kinderen aan huis en trainen de moeders om hun kinderen verder te helpen in hun ontwikkeling. Zelf gingen we ook mee met een aantal huisbezoeken.
Ook pal naast het kamp staat het gebouw van de mensenrechtenorganisatie Al Mezan. Hier kunnen Palestijnse burgers terecht voor (gratis) rechtsbijstand en juridische ondersteuning niet alleen als zij slachtoffer zijn van acties van de Israëlische autoriteiten, maar ook wanneer de P.A hen onrecht aandoet. Verder heeft Al Mezan vele programma’s gericht op bewustwording van de bevolking wat betreft hun politieke sociale en economische rechten. Ze geven bijvoorbeeld trainingen aan universiteitsstudenten met de bedoeling dat zij de opgedane kennis weer doorgeven aan de mensen in de gemeenschappen. Zij werken daarbij samen met de universiteiten in Gaza behalve de Islamitische universiteit. Studenten van die laatste universiteit doen wel op individuele basis mee aan de trainingen. Ook is er een programma dat leraren bijschoolt m.b.t. mensenrechten, dat als thema in het curriculum is opgenomen. Door middel van het programma ‘face the public’ wordt de autoriteiten gewezen op het belang van het afleggen van verantwoording over beslissingen en wordt men direct aangesproken op dagelijkse problemen die om een oplossing vragen. Om de kloof tussen de politieke elite en de mensen te dichten wordt getracht de politici aan te zetten tot meer transparantie. Er wordt elk jaar een discussie georganiseerd over de begroting om te bevorderen dat er meer openheid komt over de besteding van het geld en daarmee ook over de prioriteiten Centrale uitgangspunt is in hoeverre het geld wordt besteed aan behoeften die leven onder de bevolking. We hebben ook een bezoek gebracht aan de hoofdkantoren in Gaza van het Women’s Affair Center, de vakbondsfederatie PGFTU en de DWRC (Democracy & Workers’ Rights Center). Bij een volgend bezoek hopen we hun werk in Jabalya te leren kennen.
Israëlische terugtrekking – vrede voor Gaza? Door taalproblemen was het ons niet mogelijk een goed gesprek te hebben met ‘de man in de straat’. Een maal spraken we met vissers op het strand (waarvan er een universitair geschoold was en goed Engels sprak) en toen proefde ik wel enige hoopvolle verwachting. Maar bij onze overige gesprekspartners was er geen hoop op verbetering van de situatie na de ontruiming van de Israëlische nederzettingen. Allereerst heerste de opvatting: “eerst zien, dan geloven”. Maar verder wees men er op dat dit geen einde betekent aan de bezetting door Israël, maar alleen een andere invulling. Terwijl tegelijkertijd de situatie in de Westbank sterk verslechtert. Dat wil niet zeggen dat de terugtrekking geen thema is: de PNGO (koepel van Palestijnse NGO’s – www.pngo.net) heeft net een congres over de terugtrekking georganiseerd en zal een speciale website daarover inrichten.
Hoe verder?
Het bestuur van Groningen-Jabalya is hard bezig om de resultaten van dit bezoek te bespreken. We denken daarbij niet zo zeer aan het zelf steunen van projecten maar aan het leggen van contacten. Tegelijk zal het door de Gemeente gefinancierde jeugdcentrum binnen enkele maanden beginnen te functioneren. We gaan er van uit dat de Gemeente projectmatig betrokken blijft bij Jabalya. We zullen ook met de Gemeente overleggen welke nieuwe contacten dat het best kunnen versterken. Want dat er mogelijkheden liggen en dat veel organisaties in Jabalya openstaan voor contacten met partners in Groningen is wel duidelijk geworden.
Bert Giskes